zondag 18 oktober 2009

Het opstarten van de Innerlijke Revolutie


Krishnamurti te Madras jaarwisseling 1933-34 met een aantal leden van de Theosofische Vereniging)

“Wijsheid is inzicht hebben in blijvende waarden en die in je leven tot uitdrukking brengen,”en “Niemand kan je bij de wijsheid brengen”.

Op de vraag of de Meesters al of niet bestaan, antwoordde hij: “Laten we eens nagaan waarom jullie willen weten of de Meesters al of niet bestaan. ‘Omdat', zeggen jullie tegen jezelf, ‘Meesters ons door de onstuimige woelingen kunnen loodsen, zoals het licht van de vuurtoren de zeeman leidt.’ Maar dat je dat zegt, toont aan dat je enkel maar een veilige haven zoekt en bang bent voor de open levenszee.”

“Zolang geloof de geest gevangen houdt, is er geen inzicht, is er geen vrijheid. Of Meesters al of niet bestaan doet mijns inziens dus niets ter zaken als het gaat om handelend optreden, om vervulling, de dingen die ons bezig zouden moeten houden. Zelfs al bestaan ze, dan is dat nog niet van belang, want om inzicht te hebben moet je onafhankelijk zijn, moet je op eigen benen staan, zonder ook maar enige geborgenheid”.
--------------------------------------------

In 1934 in Auckland, Nieuw-Zeeland: “Werkelijk, wat ik zeg is niet zo moeilijk te begrijpen. De moeilijkheid ligt erin dat wat ik zeg in daden om te zetten. Er is geen moed voor nodig om het in daden om te zetten, maar begrip. De meesten van ons wachten tot de wereld zal veranderen, liever dan te beginnen zelf te veranderen”.

----------------------------------------------

Krishnamurti vertelde al vroeg zijn toehoorders het verhaal van hoe de duivel met een vriend op straat liep, toen zij vóór zich een man zagen bukken naar iets glanzends, dat hij opraapte, bekeek en in zijn zak stak. “Wat raapt die daar op?” vroeg de vriend. “Een stukje van de waarheid”, antwoordde de duivel. “Dat is dan een slechte zaak voor jou,” zei zijn vriend. “O, nee, helemaal niet, “antwoordde de duivel. “Ik zorg er wel voor dat hij het gaat organiseren.”

Al sinds het begin van de activiteiten van de Orde van de Ster in het Oosten hebben velen hun door de uitspraken van Krishnamurti gewekte enthousiasme niet gebruikt om de innerlijke revolutie, waartoe hij uitnodigt, bij zichzelf tot stand te brengen, maar zich in plaats daarvan er voor ingezet zo veel mogelijk anderen voor Krishnamurti en zijn werk te interesseren.

Zij zijn in de val terechtgekomen die de duivel uit de door Krishnamurti vertelde parabel voor de mens heeft opgezet; zij hebben het stukje waarheid dat hen in handen kwam gebruikt om het ‘te organiseren’, te verbreiden en aan te prijzen. Pijnlijk daarbij is dat ze zich dit absoluut niet bewust zijn en volkomen te goeder trouw handelen.

Op die gedenkwaardige dag 3 augustus 1929, de opheffing van de Orde van de Ster, gaf hij aan: “Niemand van buitenaf kan ons vrijmaken”.
Revolutie werd een sleutelwoord in Krishnamurti’s visie op de noodzakelijke verandering van de mens, maar dan bedoelde hij een innerlijke, geestelijke revolutie.

----------------------------------

Geen opmerkingen: